Hoe willen we onze plannen betalen?

Een deel van onze plannen kosten structureel geld. En dat moet ergens vandaan

komen. We hanteren het principe: de sterkste schouders dragen de zwaarste

lasten. Om onze plannen te financieren willen we:

a. Toeristen- en forensenbelasting stapsgewijs verhogen

We zoeken naar een betere verdeling van lusten en lasten. Wij vinden het daarom

verantwoord om de toeristen- en forensenbelasting te verhogen en de

meeropbrengsten in te zetten ten behoeve van duurzaam toerisme, leefbaarheid en

innovatie. Bij deze verhoging willen we jeugdgroepen en langere verblijven in

mobiele onderkomens op een efficiënte manier ontzien. Vakantie op Ameland moet

ook voor de toerist met de smallere beurs betaalbaar blijven.

b. De stofkam door bestaande subsidieregelingen

Subsidieregelingen worden soms al jaren uitgevoerd zonder goed te kijken of er

echt bereikt wordt (of is) wat vooraf bedoeld was. Ook is de organisatie soms veel

tijd kwijt met administratie en controle. Wij denken dat het vaak eenvoudiger kan

wanneer regelingen opgesteld worden op basis van vertrouwen. De bestaande

regeling voor cofinanciering van leefbaarheidsinitiatieven willen we

vereenvoudigen en ophogen tot €100.000,-. De bestaande subsidieregeling

(exploitatiesubsidies) evenementen willen we juist verlagen. Evenementen kunnen

met vernieuwende initiatieven wel aanspraak maken op het leefbaarheidsbudget

(projectsubsidie).

c. Minder externe inhuur en realistische planningen

We willen terughoudender om gaan met inhuur van externe ondersteuning en juist

meer inzetten op het aantrekken van jong talent voor de gemeentelijke organisatie.

Dat vraagt om goede prioritering en realistische planningen (we accepteren dus dat

bepaalde projecten soms langer duren).

d. Meer inzetten op subsidies en samenwerking

Met een medewerker voor leefbaarheid, een groter eigen leefbaarheidsbudget,

investeringen in innovatie (via bijvoorbeeld de Waddencampus) en samenwerking

met de andere Waddeneilanden verwachten we ook beter aanspraak te kunnen

maken op subsidiemogelijkheden van bijvoorbeeld de provincie en het Rijk.